In onmin kleurt het koper de beenderen
Verroest omdat het moest
Bevuild, vergeeld, niet te vergaan
Over de steen volhardt het geronnen bloed, omdat het Moët
Gebenedijd dool ik doorheen dit tranendal, de dode eik buiten bereik
De dode eik
Geveld, gefaald, door twijfel overmand
Dit blijft jouw land
Erbarmen
Omarme mij met jouw ogen, met mededogen
Berg mij in jouw hand in leegte en gemis
Jouw doornen, in de lege nis, vergaren het lege zwartdieptriest in mij
Omarme mij
Och arme mij
Draaien of keren
Zijn warmte vereren
We blijven de natuur, de tijd, de dood schuldig
De goede nacht
De nevelen
De laatste gebeden prevelen in het klare niets
De donkerte tussen de sterren gemeten
Ons rijk voor altijd in tranen
Open poort van genade ontvang mij, mijn schade
Uit handen gegeven
Het kan niet meer zijn
Ik ben verlies, weet hier geen blijf
Liefde mijn leed van heinde en ver
De stilte, de ster
Ik sterf
Van heinde en ver
De stilte, de ster
Heinde en ver
Ik ben verderf in dit zilte zijn, de liefde mijn, leed, meer dan ik weet
Ten laatste let, door jou besmet
Ons rijk in tranen, in tranen bezet